
Haroon Sheikh’s fifth article in a series was published in Dutch Newspaper ‘Het Financieele Dagblad’. Iran has a rich culture, which moves between liberalization and radicalization. Under reformer Rohani, the country seems to open again – and that the Islamic revolution made the country more modern. Read further for the full article in Dutch.
Het ‘paradijs’ Iran kent vele gezichten
Iran kent een rijke cultuur, die zich beweegt tussen liberalisering en radicalisering. Onder hervormer Rohani lijkt het land zich weer te openen — en blijkt dat de islamitische revolutie het land ook moderner heeft gemaakt.
Maryams geblondeerde haar is onder haar hidjab te zien. Ze lacht als ik vraag hoeveel van haar vrienden sociale media gebruiken. ‘Je hoeft niet te tellen. Iedereen van ons gebruikt Facebook en Twitter.’ Ik ben verbaasd, en vraag de andere jongeren met wie ik in Teheran op een terras zit naar de censuur. ‘Sociale media zijn soms geblokkeerd, ja. Dan moet je even wachten tot iemand de software heeft om hier omheen te komen.’
De Arabische Lente begon in 2009 met de groene beweging in Iran. Jongeren gingen de straat op tegen de herverkiezing van Mahmoud Ahmadinejad als president. In tegenstelling tot in Tunesië, Egypte en Libië overleefde het regime en bleef het aan de macht. Toch is daarna veel veranderd. In 2013 werd de hervormer Hassan Rohani president. Het land is opener geworden.

Maryam en haar vrienden hebben grote verwachtingen. 30 juni 2015 is de grote dag: dan is de deadline voor het akkoord met de vaste leden van de VN Veiligheidsraad en handelspartner Duitsland over Irans nucleaire programma. Als de afspraken over restricties en internationaal toezicht worden ondertekend, kan een eind worden gemaakt aan 35 jaar vijandelijkheden met het Westen.
Dit is al zichtbaar in het Midden-Oosten, waar Iran voorzichtig meedoet in de strijd tegen IS. Is dit het begin van een grotere rol in de regio? Diverse commentatoren en de leiders van Israël en Saoedi-Arabië vertrouwen het nieuwe Iran niet. Is de toenadering van Rohani geen list van een kwaadaardig regime, dat ooit dreigde Israël van de kaart te vegen, dat veroordeelden stenigt en Amerika vaak Grote Satan noemt? Ik wil uitzoeken wat deze toenadering precies behelst.
De eerste verbazing was al op de Iraanse ambassade in Nederland: ik moest invullen hoeveel geld ik mee zou nemen. Ik had niet beseft dat mijn pinpas daar niet werkt en dat Iraanse rials in Nederland niet zijn te krijgen! Alles wat ik dacht uit te geven moest contant mee, om lokaal gewisseld te worden. Het is een van de effecten van de westerse sancties.
Die sancties waren bedoeld om de groeiende macht van Iran in te dammen. Die was indirect vergroot door de War on Terror. In 2001 zetten de VS in Afghanistan de Taliban af, een vijand van Iran. In 2003 vielen de VS Irak binnen: Irans grote historische rivaal. Daarna kwam in Bagdad een sjiitische regering aan de macht die sterke banden heeft met Iran. Met bondgenoten als Assad (Syrië) en Hezbollah (Libanon) en protesten van lokale sjiieten tegen de soennitische regeringen in Bahrein en Saoedi-Arabië groeide de invloed van Iran sterk.
Haroon sheikh:
‘In de hotels zie ik dat Aziatische zakenlieden de weg naar het land al hebben gevonden. Ook de toeristen volgen langzaam: vorig jaar verdubbelde het aantal bezoekers en het is al bijna onmogelijk om een hotelkamer te vinden in de Iraanse hoofdstad.’
Onder Obama willen de VS, ondanks de strijd tegen IS, de activiteiten in het Midden-Oosten afbouwen: Amerika’s schaliegasproductie stijgt en Washington wil zich op andere delen van de wereld richten. Redenen dus voor een meer pragmatische relatie met Teheran. In de hotels zie ik dat Aziatische zakenlieden de weg naar het land al hebben gevonden. Ook de toeristen volgen langzaam: vorig jaar verdubbelde het aantal bezoekers en het is al bijna onmogelijk om een hotelkamer te vinden in de Iraanse hoofdstad. Een imposante trekpleister in Teheran is de Azadi-toren. Dit modernistische gebouw met traditionele motieven werd in 1971 door de sjah gebouwd om 2500 jaar Iraanse beschaving groots te vieren.
Paradijs
De oude Perzen hadden al een geavanceerde beschaving. Ons woord ‘paradijs’ komt van ‘pairidaeza’, de naam voor de tuinen van de Achamenidische vorsten (550-330 v.Chr.). Koning Darius legde in de vijfde eeuw voor Christus de Koninklijke Weg aan, waarover Perzische koeriers naar het Westen reden: volgens Herodotus was te paard niemand zo snel als zij. De route liep via Turkije en werd later via de zijderoute aan China verbonden. De Perzen concurreerden met de Turken, op wie zij grote culturele invloed uitoefenden, net als op de Indiase Mogul-dynastie. Ook de Arabieren imiteerden de Perzen, maar ze vonden hen ook ketters en decadent. De Perzen zagen de Arabische stammen als barbaren, maar ze vreesden hen wel.
De Perzen brachten filosofische en morele reflectie in hun religie. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche schreef in 1885 Also sprach Zarathustra, dat verwijst naar de Perzische heilige Zoroaster, volgens Nietzsche de eerste die onderscheid maakte tussen goed en kwaad.
Haroon sheikh:
‘Geestelijke vorming en spiritualiteit tekenen de Iraniërs, een volk van idealisten die het paradijs op aarde willen creëren.’
De grootste culturele bijdrage van de Iraniërs aan de wereld is waarschijnlijk hun poëzie, zoals die van de middeleeuwse dichters Hafez en Sa’di. Vele Iraniërs kunnen deze gedichten citeren.Goethe werd geïnspireerd door Hafez, en een passage van Sa’di hangt boven de ingang van het VN-gebouw in New York.
Geestelijke vorming en spiritualiteit tekenen de Iraniërs, een volk van idealisten die het paradijs op aarde willen creëren. Dat geldt ook voor de geestelijken die het land sinds de revolutie van 1979 regeren. Al heeft bij hen de poëzie en morele reflectie plaatsgemaakt voor strenge islamitische orthodoxie. Waarom werd dit ‘paradijs’ zo radicaal?
Fatwa op tabak
De sjah woonde tot zijn val, in 1979, in het Sa’dabad-paleis in Teheran. De sieraden, de spiegels en het meubilair zijn sterk beïnvloed door Franse smaak. Dit heb ik vaker gezien op mijn reis over de Euraziatische vlakte: het imiteren van de macht en cultuur van Engeland en Frankrijk. Sa’dabad doet denken aan Frederik de Grotes Sanssouci in Potsdam en aan Abdulmecids Dolmabahce-paleis in Istanboel. De grootse Iraanse architectuur van Persepolis, de Sjah-moskee in Isfahan en het Golestan-paleis in Teheran maakten plaats voor imitaties van het Westen.
De Perzische glorie begon in de 18de eeuw te bezwijken onder druk van moderne legers. Vanuit het noorden viel het imperialistische Rusland binnen via de Kaukasus, vanuit India kwamen de Engelsen. Beide landen dwongen concessies af: militair, politiek en economisch.
Een daarvan was het monopolie op tabak, dat in 1890 aan een Brits bedrijf werd gegeven. De Iraanse geest verzette zich: een religieus leider sprak een fatwa uit tegen het gebruik van tabak, die breed werd opgevolgd, zelfs door de vrouwen van de sjah, die het monopolie aan de Engelsen had gegeven. Beschaamd moest hij weer onderhandelen met de Britten. Al ver voor de revolutie van 1979 voerden Iraanse geestelijken strijd tegen buitenlandse machten.

In de 19de eeuw bleef Perzië onafhankelijk omdat de Russen en de Britten met elkaar concurreerden. Door de opkomst van Duitsland werden beide grootmachten plots bondgenoten. Er kwam een plan om Iran te splitsen in een noordelijk, Russisch deel en een zuidelijk, Engels deel. Maar Perzië werd gered door de Russische Revolutie van 1917: het plan met Engeland ging van tafel. Ook al wordt Rusland vaak als bondgenoot van Iran gezien, hun relatie is altijd problematisch geweest. Opmerkelijk genoeg waren in de 20ste eeuw de Amerikanen de belangrijkste vrienden van Iran.
Na de Eerste Wereldoorlog stortte het Ottomaanse Rijk in en ging hervormer Atatürk Turkije leiden. In Perzië kwam in 1925 legerleider Reza aan de macht, die zijn beleid naar Atatürk modelleerde: een modern leger, centralisatie van de macht, investeringen in infrastructuur en onderwijs. Reza keek naar het Westen, maar ook naar het verre verleden, en koos de dynastieke naam Pahlavi.
Toch hield de internationale inmenging in Iran aan, nu gedreven door olievondsten. Engeland zette de Anglo-Persian Oil Company op, de voorganger van BP. Premier Mossadeq wilde in 1953 de olie-industrie nationaliseren. Uit angst voor zijn socialistische beleid steunde de CIA Operatie Ajax: een coup die de sjah alle macht gaf. Wat volgde was ‘gharbzadegi’ (‘westoxificatie’): een periode waarin de westerse cultuur domineerde. In deze context vond de Iraanse revolutie plaats: een antiwesterse revolutie.
Haroon sheikh:
‘Ook al wordt Rusland vaak als bondgenoot van Iran gezien, hun relatie is altijd problematisch geweest. Opmerkelijk genoeg waren in de 20ste eeuw de Amerikanen de belangrijkste vrienden van Iran.’
Wortels radicalisme
Mijn Iraanse vrienden nemen mij mee naar het woonhuis van Ruhollah Khomeini, die de revolutie van 1979 leidde, tot zijn dood in 1989. Een simpel en klein huis, waar hij als hoogste leider ministers ontving en het volk toesprak. Wat een contrast met het paleis van de sjah!
De revolutie die Khomeini leidde was gericht tegen buitenlandse inmenging en werd breed gesteund. In ballingschap in Parijs had hij de werken van linkse anti-imperialistische denkers bestudeerd. Al snel nam de revolutie een conservatieve, autoritaire vorm aan.
Het is belangrijk om op te merken dat al een jaar na de revolutie de Iraakse dictator Saddam Hoessein Iran binnenviel, die dacht het in chaos verkerende buurland makkelijk te kunnen verslaan. Maar de oorlog zou acht jaar duren: ruim een miljoen Iraniërs sneuvelde. Op muren in het hele land staan afbeeldingen van de martelaren van die oorlog. Die herinnering is nog vers, wat mooi in beeld is gebracht in Thomas Erdbrinks Onze man in Teheran. Ik vraag me af: hoe had het regime eruitgezien als er geen oorlog met Irak had plaatsgevonden?
Toen Khomeini overleed in 1989 sloeg Iran een liberalere weg in. Onder Rafsanjani en Khatami werd een ‘dialoog tussen de beschavingen’ opgezet en verzwakte de grip van het regime op het maatschappelijk middenveld.
Maar onder Mahmoud Ahmadinejad werd het regime vanaf 2005 weer radicaler. De Iraniërs wijzen mij op de omstandigheden van zijn opkomst. Na 9/11 werd Iran door president Bush in de Axis of Evil geplaatst. Daarop maakte Ali Khamenei, de geestelijk leider, zich sterk voor een radicalere president. Er was ook een andere oorzaak. Grote steden als Teheran waren volgelopen met arme plattelandsarbeiders die leden onder de zwakke economie en hoge inflatie. De altijd eenvoudig geklede Ahmadinejad was een populistische outsider. Zijn imago deed meer denken aan Hugo Chavez dan aan Osama Bin Laden.
Onder de huidige president Rouhani lijkt Iran weer de liberale weg in te slaan, al bekritiseren hardliners de toenadering tot het Westen. De periode Ahmadinejad leert ons twee lessen voor de toekomst: als de confrontatie met het Westen weer oplaait, en als de regering de armen te weinig helpt, kan opnieuw een radicale leider aan de macht komen.
Saleh Zamani, promovendus politieke macht in het Midden-Oosten aan de Vrije universiteit te Brussel:
‘Anders dan in de Arabische buurlanden zie je hier om vijf uur ook veel vrouwen thuiskomen van hun werk. Een vrouw kan geen president worden, maar in 2009 werd dr. Marzieh Vahid de eerste vrouwelijke minister.’
Ik vlieg naar de oostelijke stad Kerman om een filosofieconferentie bij te wonen. De vrouwen in het auditorium dragen allen dezelfde zwarte gewaden, maar zij zijn wel in de meerderheid: twee derde van alle Iraanse studenten is vrouw. Zij gaan straks meer politieke invloed krijgen. ‘Iran heeft al lang een levendig maatschappelijk middenveld’, vertelt Saleh Zamani, die promoveert in Brussel. ‘Anders dan in de Arabische buurlanden zie je hier om vijf uur ook veel vrouwen thuiskomen van hun werk. Een vrouw kan geen president worden, maar in 2009 werd dr. Marzieh Vahid de eerste vrouwelijke minister.’
Dit is de ironie van de revolutie: ongewild maakte die Iran moderner. De islamitische ideologie greep terug op het verleden, maar revolutionairen moeten wel kunnen lezen en schrijven. Momenteel is 82% van de Iraniërs geletterd: dat is meer dan elders in het Midden-Oosten.
Ook op andere terreinen is de Iraanse bevolking moderner geworden door het regime. Voor 1979 kreeg een vrouw gemiddeld zes kinderen, nu is dat een of twee: vergelijkbaar met in het Westen. Iraanse vrouwen worden ook opstandiger. Een paar jaar geleden bestormden vrouwen een voetbalstadion, waar zij niet mogen komen. Het regime greep niet in.
Hier zit een paradox: het Iraanse regime is repressief jegens vrouwen, homoseksuelen en andere minderheden. Maar daaronder zit misschien wel de modernste bevolking van het Midden-Oosten. Ik hoor van ontwikkelingen waar onze media weinig over berichten. Door de oorlogen in Irak en Afghanistan zijn er in Iran veel vluchtelingen. Het land is stabiel en de verhoudingen met minderheden zijn redelijk. Er wonen in Iran ook Joden. Net als andere minderheden hebben zij een vaste eigen zetel in het parlement.
Dit is misschien wel de grootste ironie van de revolutie: terwijl de massa’s in Egypte, Irak en Libië alleen kunnen dromen van een islamitische heilstaat, heeft 36 jaar ervaring de Iraniërs geleerd dat dit niet de oplossing is. De geestelijken hebben door de macht ook vuile handen gekregen. Sommigen worden geassocieerd met corruptie en moord. Ik hoor de grap dat taxichauffeurs weigeren geestelijken mee te nemen. Ook zo maakt de revolutie het land moderner.
Nieuwe wegen
Iran is ook een van de meest staatsgeleide economieën in de wereld. Naast de staatsbedrijven maken de ‘bonyads’, religieuze liefdadigheidsinstellingen, een vijfde van de economie uit. Onder toezicht van geestelijk leider Khamenei helpen zij niet alleen de armen, maar sturen zij ook hotels, voedings- en autoproducenten aan. Met een bevolking van 80 miljoen kan de liberalisering van Iran de socialistische economie openen. In mei was in Berlijn een conferentie over Iraanse technologiestart-ups.
De grootste kansen liggen op het gebied van energie. Iran heeft de op een na grootste gasreserve en de op drie na grootste oliereserve van de wereld. Door de crisis met Rusland wordt Iran interessanter als energiebron voor Europa, samen met Irak, Azerbeidzjan en Turkmenistan. Dat lijkt op ‘het ene onbetrouwbare regime vervangen door een ander’, maar het strookt wel met Europa’s plannen om leveranciers te diversifiëren. En Iran is militair veel minder dreigend dan Rusland.
Langzaam maar zeker strekt Iran zijn commerciële tentakels uit: van de haven van Dubai tot de geplande energielijn via Pakistan naar India, de ‘peace pipeline’. Vanuit Kerman reis ik naar Samarkand in Oezbekistan. De architectuur getuigt hier van Iraanse invloed. Vrachtwagens uit Iran rijden af en aan. Moderne infrastructuur blaast de Koninklijke Weg van Darius en de dialoog tussen oost en west nieuw leven in. Van Samarkand loopt de oude zijderoute naar China, het eindpunt van mijn reis.